{u}{b}Mijn laatste Nacht van Vlaanderen
20 juni 2003.{eu}{eb}
Een jaartje vroeger dan voorzien loop ik mijn laatste Nacht van Vlaanderen. Tegen de mensen van de pers zeg ik wel “zeg nooit, nooit meer” maar in mijn binnenste weet ik dat het menens is. Reeds maanden zie ik op tegen het dagelijkse trainen, elke dag uurtjes stelen om toch maar wat kilometers te maken en het werk dat zich maar blijft opstapelen. Meer en meer wordt ik met een schuldgevoel opgezadeld dat ik belangrijkere dingen dan het lopen aan het verwaarlozen ben…
Op een dag besef je dan plots dat nog meer nauwelijks nog haalbaar is, tenzij ten koste van nog veel meer en dat wil je nu net niet…dus je maakt een keuze. Eerst en vooral een keuze die bij jezelf een enorme druk wegneemt van het moéten presteren en het moéten trainen, een keuze die jezelf terug heel wat ruimte en vrijheid geeft. Rik Goethals vertelde me laatst dat hij de kwetsuur die een einde aan zijn loopbaan als ultraloper maakte (hielspoor) eigenlijk dankbaar was, de druk was weg, het lopen hoéfde niet meer. Ik kon me er helemaal in terugvinden.
Hoe vaak wordt er niet gezegd dat ultralopen voor 50% een mentale sport is, het doorzettingsvermogen is toch zo bepalend. Dat ondervond ik vrijdagavond overduidelijk. Alhoewel het mijn laatste NVV was, was ik er de laatste maanden, weken en zelfs dagen helemaal niet mee bezig geweest, het interesseerde me eigenlijk weinig. Toegegeven, de laatste minuut vooraleer het startschot ging kreeg ik toch wel een krop in de keel bij de gedachte dat het de laatste start voor de 100km bij de NVV zou worden.
Al van bij het begin had ik relatief zware benen, de 7’30” aan de 2km waren er misschien niet vreemd aan. Mijn goede voornemens om de eerste 5km in 21’15” te lopen bleken loze beloften te zijn, 20’07” en dat mét een sanitaire stop. Ik sloot aan bij het groepje Beckers-Taelman en eventjes verder bij Papanikitas. Na een tweede sanitaire stop (12km) liep ik gemakkelijk terug tot bij het groepje dat aan het vertragen ging (4’15”/km), dat vond ik iets te traag en besloot naar het groepje toe te lopen dat 150m verder liep à 4’-4’05”/km. Mijn bedoeling was geweest om de eerste 60km in 4u te passeren, vorige week liep ik nog gezwind 46,5km (15,5/u) in net geen 3u en ik had toen het gevoel dat ik nog eventjes aan dat tempo kon doorlopen. De ene dag is blijkbaar de andere niet, liep ik de 30km nog in ongeveer 2u dan begon ik het de volgende kilometers toch moeilijker en moeilijker te krijgen. 4’06” bleek al een karwei, amaai… dat beloofde… Ivan Hostens verloor dan wel terrein op mij maar toch… Aan km 38 kwam ik bij Ivan, allebei dachten we al aan opgeven, zo verkrampt liepen we. Na 41km nam Ivan nog wat gas terug, ikzelf had al moeite om 21’/5km te lopen. De 50km passeerde ik in 3u22’38”, slechter dan in Moskou niettegenstaande ik ditmaal normaal gezien een betere conditie had. Het ging van kwaad naar erger, de krachten vloeiden zo uit mijn benen. Ik had al enkele keren gedacht aan opgeven, en toen nam ik het besluit, ik moest de 55km bereiken in minder dan 3u45’ zoniet was het nu al gedaan… en het werd méér dan 3u45’en ik wierp de handdoek, vrijwel op hetzelfde ogenblik liep Marc Papanikitas me voorbij kort gevolgd door Ivan, Lucien en Paul. Ikzelf was lichamelijk moe en mentaal helemaal leeg, de kracht en de wil om er nog voor te vechten ontbrak me helemaal. Ik was blij dat het nu al over was. Ontgoocheld ? Eerlijk gezegd, neen, dag en nacht verschil met 2001 toen ik in volle finale (70km) moest opgeven, toen zat ik echt in zak en as. Integendeel nu voelde ik me eerder bevrijd.
Henri, mijn vroegere trainer en nog altijd raadgever, vroeg me wat ik de volgende dagen/weken ging doen… Ik zei hem “wachten tot dat de zin voor het lopen en gepland trainen terugkeert, en dat kan enkele dagen duren, enkele weken, enkele maanden en misschien komt die zin nooit meer terug..”.
We zien wel.
Ik ben in elk geval blij dat ik afscheid heb kunnen nemen van mijn supporters, ook al ging het gepaard met een opgave, ik voelde het aan als liep ik een ereronde van 55km, de talrijke aanmoedigingen omwille van mijn laatste deelname deden me echt deugd en daarvoor ben ik hen allen dankbaar.
Sportieve groeten,
Jan Vandendriessche
Een jaartje vroeger dan voorzien loop ik mijn laatste Nacht van Vlaanderen. Tegen de mensen van de pers zeg ik wel “zeg nooit, nooit meer” maar in mijn binnenste weet ik dat het menens is. Reeds maanden zie ik op tegen het dagelijkse trainen, elke dag uurtjes stelen om toch maar wat kilometers te maken en het werk dat zich maar blijft opstapelen. Meer en meer wordt ik met een schuldgevoel opgezadeld dat ik belangrijkere dingen dan het lopen aan het verwaarlozen ben…
Op een dag besef je dan plots dat nog meer nauwelijks nog haalbaar is, tenzij ten koste van nog veel meer en dat wil je nu net niet…dus je maakt een keuze. Eerst en vooral een keuze die bij jezelf een enorme druk wegneemt van het moéten presteren en het moéten trainen, een keuze die jezelf terug heel wat ruimte en vrijheid geeft. Rik Goethals vertelde me laatst dat hij de kwetsuur die een einde aan zijn loopbaan als ultraloper maakte (hielspoor) eigenlijk dankbaar was, de druk was weg, het lopen hoéfde niet meer. Ik kon me er helemaal in terugvinden.
Hoe vaak wordt er niet gezegd dat ultralopen voor 50% een mentale sport is, het doorzettingsvermogen is toch zo bepalend. Dat ondervond ik vrijdagavond overduidelijk. Alhoewel het mijn laatste NVV was, was ik er de laatste maanden, weken en zelfs dagen helemaal niet mee bezig geweest, het interesseerde me eigenlijk weinig. Toegegeven, de laatste minuut vooraleer het startschot ging kreeg ik toch wel een krop in de keel bij de gedachte dat het de laatste start voor de 100km bij de NVV zou worden.
Al van bij het begin had ik relatief zware benen, de 7’30” aan de 2km waren er misschien niet vreemd aan. Mijn goede voornemens om de eerste 5km in 21’15” te lopen bleken loze beloften te zijn, 20’07” en dat mét een sanitaire stop. Ik sloot aan bij het groepje Beckers-Taelman en eventjes verder bij Papanikitas. Na een tweede sanitaire stop (12km) liep ik gemakkelijk terug tot bij het groepje dat aan het vertragen ging (4’15”/km), dat vond ik iets te traag en besloot naar het groepje toe te lopen dat 150m verder liep à 4’-4’05”/km. Mijn bedoeling was geweest om de eerste 60km in 4u te passeren, vorige week liep ik nog gezwind 46,5km (15,5/u) in net geen 3u en ik had toen het gevoel dat ik nog eventjes aan dat tempo kon doorlopen. De ene dag is blijkbaar de andere niet, liep ik de 30km nog in ongeveer 2u dan begon ik het de volgende kilometers toch moeilijker en moeilijker te krijgen. 4’06” bleek al een karwei, amaai… dat beloofde… Ivan Hostens verloor dan wel terrein op mij maar toch… Aan km 38 kwam ik bij Ivan, allebei dachten we al aan opgeven, zo verkrampt liepen we. Na 41km nam Ivan nog wat gas terug, ikzelf had al moeite om 21’/5km te lopen. De 50km passeerde ik in 3u22’38”, slechter dan in Moskou niettegenstaande ik ditmaal normaal gezien een betere conditie had. Het ging van kwaad naar erger, de krachten vloeiden zo uit mijn benen. Ik had al enkele keren gedacht aan opgeven, en toen nam ik het besluit, ik moest de 55km bereiken in minder dan 3u45’ zoniet was het nu al gedaan… en het werd méér dan 3u45’en ik wierp de handdoek, vrijwel op hetzelfde ogenblik liep Marc Papanikitas me voorbij kort gevolgd door Ivan, Lucien en Paul. Ikzelf was lichamelijk moe en mentaal helemaal leeg, de kracht en de wil om er nog voor te vechten ontbrak me helemaal. Ik was blij dat het nu al over was. Ontgoocheld ? Eerlijk gezegd, neen, dag en nacht verschil met 2001 toen ik in volle finale (70km) moest opgeven, toen zat ik echt in zak en as. Integendeel nu voelde ik me eerder bevrijd.
Henri, mijn vroegere trainer en nog altijd raadgever, vroeg me wat ik de volgende dagen/weken ging doen… Ik zei hem “wachten tot dat de zin voor het lopen en gepland trainen terugkeert, en dat kan enkele dagen duren, enkele weken, enkele maanden en misschien komt die zin nooit meer terug..”.
We zien wel.
Ik ben in elk geval blij dat ik afscheid heb kunnen nemen van mijn supporters, ook al ging het gepaard met een opgave, ik voelde het aan als liep ik een ereronde van 55km, de talrijke aanmoedigingen omwille van mijn laatste deelname deden me echt deugd en daarvoor ben ik hen allen dankbaar.
Sportieve groeten,
Jan Vandendriessche