De Zuiderzee Marathon. Ik had me er al een tijdje op verheugd die te lopen. Het is de laagste marathon van Nederland, in de Noordoostpolder loop je op -4m NAP, dus 4 meter beneden de zeespiegel! Na de brug over de Ramsgeul (Keteldiep) kom je in het oude land, maar ook daar ligt het land maar net boven NAP.
Het weerbericht gaf een straffe zuid tot zuidoosten wind aan, wat betekent dat we er vrijwel pal tegen in moesten lopen. En de temperatuur zal niet hoger worden dan 6 ° C, maar er wordt gelukkig geen regen verwacht.
‘s Morgens ben ik om 08.00 uur van huis gegaan. Eerst Tjalling Rekker, een clubgenoot, ophalen en dan door naar Zwolle. De reis verloopt voorspoedig en om even na negenen komen we bij de atletiekbaan van PEC aan. In de kleedruimte is het al een drukte van belang, met veel bekende gezichten. Het lijkt wel weer een reünie. Zelfs Micha Havreluk is er, helemaal vanuit Genk, samen met Pier Hulsmans. Micha loopt vandaag zijn 100ste marathon, evenals Rob Tieleman.
Vanwege de kou besluit ik een thermohemd met lange mouwen en windstopper, een shirt met lange mouwen en een jasje aan te doen. Zoals bekend heb ik de pest aan koud weer. O, was het maar weer zomer, was het maar weer 20 graden warmer.
En dan de bussen in. Deze brengen ons naar de start in Urk. Ik verbaas me er steeds weer over hoever het is als je de te lopen of gelopen afstand met de fiets of de auto (bus) rijdt. Het lijkt dan veel verder dan de 42,2 km. In de bus is het lekker warm, de radio staat vol aan met jaren 70 muziek. Bij de benzinepomp bij Urk verlaten we de warme bus. De start zal nog zo’n 20 minuten op zich laten wachten. Iedereen heeft het zo te zien koud. Ik tel welgeteld twee korte broeken, voor de rest zijn het allemaal lange broeken. En ook veel handschoenen.
Dan lopen we naar de start. Daar valt het startschot eerder dan ik verwacht, ik heb mijn horloge nog niet eens in de stopwatchmodus staan. Na de start lopen Vincent Schoenmakers en ik een km of vijf samen op. Maar eigenlijk gaat het me te langzaam. Ik zeg Vincent gedag en ga er vandoor. De eerste vijf km gaan in bijna 28 minuten, maar daarna gaan de vijfjes in 26:30. Vrijwel de hele weg loop ik alleen of op kop in een klein groepje. Het bevalt me wel, die wind. Thuis loop ik altijd op de lekdijk en daar waait het ook altijd.
Vlak voor Schokland klampt Gerard van Huis bij mij aan. Het is zijn vierde marathon. Hij verbaast zich erover dat ik niet met een hartslagmeter loop. Als hij dat niet zou doen, zo vertelt hij, dan zou hij veel te snel van start gaan. Zijn hartslagmeter is eigenlijk zijn rem in de eerste helft. Ik voel gelukkig zelf heel goed aan hoe hard ik kan. Ik kan goed een strak tempo lopen. Even later slaan we rechts af, Schokland op. Dit voormalige eiland in de Zuiderzee stak ook vroeger maar weinig boven het water uit. In 1859 werd het eiland, dat zwaar te leiden had van zware stormen en landafslag, op last van koning Willem III ontruimd. Sinds 1995 staat het eiland op de UNESCO Wereld erfgoedlijst. Na het museum lopen we langs een dijkje met een houtwal. Wat zijn er veel vogelnesten in de kale struiken te zien, om de paar meter zit wel een nest. Maar ja, wat wil je, dit zijn de enige bomen en struiken in de wijde omtrek. Al die vogels komen hier hun nest bouwen. Ik herken nesten van houtduiven, zwarte kraaien en eksters. Maar de vele kleine nestjes herken ik niet. Ik vraag me af van welke vogels ze zijn. Waarschijnlijk vooral van vinken, kneuen en heggemussen.
Aan het einde van de dijk slaan we rechts af en lopen zowaar enkele tientallen meters met de wind in de rug. Dan verder onder langs de voormalige Zuiderzeedijk. Een kilometerslange rechte weg. Om de 500 m een boerderij, veel van hetzelfde type. Rond de boerderij veel bomen. Tussen de boerderijen de onafzienbare akkers, nu bijna allemaal geploegd, op sommige staat het wintergraan al boven de grond. Voor mij niet een echt aantrekkelijk landschap. Het is een landschap met weinig verrassingen, alles is keurig geregeld, de afstanden van boerderij naar boerderij zijn hetzelfde, de wegen zijn allemaal recht, en de oude bomen zijn allemaal even oud.
Ik schrik op, ik hoor gejuich. En jawel, vlak voor de brug over de Ramsgeul staat 20 man publiek. Ze juichen elke loper toe. Net voor de brug was de zoveelste verzorgingspost met onder andere warme thee. De verzorging is perfect, ruim voldoende drinkposten met water, thee en sportdrank, banaan en mandarijn. De hele organisatie is werkelijk perfect (misschien volgend jaar suiker in de thee, dat lijkt me lekker). Organisatie: bedankt.
Dan de brug over. Gelukkig hoef ik er niet voor te wachten. De wachttijd wordt dan wel gecompenseerd, maar je koelt van dat wachten wel af. Na de brug zegt Gerard dat hij het wat rustiger aan gaat doen. Ik wens hem sterkte en vertrek. Hij zal in 4:01:50 eindigen, goed gedaan.
Vanaf dat ik Vincent heb verlaten haal ik alleen nog lopers in. Af en toe klampt er iemand bij mij aan, maar vrijwel steeds loop ik alleen, met de wind om mijn kop in een vast tempo. De vijfjes gaan nog steeds in ong. 6:25. We komen door IJsselmuiden en zien aan de andere kant van de IJssel Kampen liggen. Na IJsselmuiden lopen we door Polder Mastenbroek richting Zwolle. Even later komt de stad in zicht. Ik begin het ondertussen koud te krijgen, vooral mijn rechter arm, waar de hele tijde de wind op staat wordt koud. Nog een scherpe bocht naar rechts en dan pal tegen de wind in naar de nieuwbouw van Zwolle. Daar wordt de wind wat gebroken door de huizen. Ondertussen blijft mijn tempo mooi gelijk en blijf ik nog steeds lopers inhalen. In de verte hoor ik de speaker op de atletiekbaan. Nog even aanzetten voor de brug over het Zwarte water, de hoogste klim van het parcours. Dan op vleugels naar beneden, door het tunneltje en de baan op. Hier is al na 50 m de finish, waar ik na 3:45:50 over heen kom.
Heel verrassend krijg ik na de finish een mooie handdoek als aandenken. Dat is heel wat beter dan al die T-shirts. Die draag ik toch haast nooit en deze handdoek gaat de volgende keer alweer mee. Dat zouden meer organisaties moeten doen.
Mijn clubgenoot Tjalling eindigt in 3:51:56, een nieuw PR. Hij heeft nu vier marathons gelopen en elke keer gaat hij harder! Perfect.
Dan even douchen, wat nakletsen en naar huis. Het was een mooie dag voor een mooie marathon.
THEO DE JONG
Viridis@planet.nl