Ga liever naar Diever

Verslag van Theo de Jong over de Diever marathon van 13 maart j.l.

Deze slogan wordt in Diever regelmatig gebruikt (in het nabij gelegen dorp Vledder zeggen ze: even verder ligt Vledder). Beide kloppen.
De Drents Friese Woldmarathon behoort samen met de Maas en Waalse Dijkenloop en de Zeeuwse kustmarathon tot de mooiste marathons van Nederland. Het lijkt wel een reclame spotje, maar dit keer is de reclame terecht. 42,2 schitterende kilometers door de Drentse en Friese wouden en heiden. Na de start in Diever even een rondje door dit sympathieke marathondorp en dan verder de natuur in, over bos- en fietspaden, ver weg van het menselijk gerommel. Van de toch wel stevige wind hadden we weinig last. Het leek wel of we elke keer dat we de wind tegen hadden we weer het bos in doken. En in het open gebied, bijvoorbeeld een stuk door kort afgegraasde heide hadden we de wind vol achter. En dat loopt echt wel lekker.
Na de start liep ik een tijdje op met Ini Wieringa en Angela Veld, twee leden van mijn club. Maar het ging mij veel te hard. Ik wilde juist rustig aan doen, nog een beetje herstellen van Stein, maar voor mijn gevoel liepen we zo rond de 5 min/km. En bij de 5 km bleek dat gevoel te kloppen, 24:39. Veel te snel. Dus gas terug nemen. Ik hoorde Angela nog zeggen dat langzamer gaan lopen wel moeilijk is. En dat is vaak ook zo, maar het is even vaak ozo belangrijk het wel te doen. Ik verloor ze al gauw uit het oog, zeker toen ik moest plassen.
Toen ik bij de derde drinkpost van warme thee en warme sportdrank genoot zag ik in de verte Vincent Schoenmaker en tot mijn verrassing ook Rob van de Hoek aankomen, samen met Rob Steiger en Hans Buis. Ik heb toen maar even op ze gewacht. In een klein groepje loopt het wel zo gezellig. Na de grottenmarathon was dit voor Rob pas weer zijn eerste marathon. En ook Hans is er een tijdje tussenuit geweest wegens een blessure. Hetzelfde geldt voor Dick van Es, die er gelukkig ook weer bij is. Mooi dat ze er weer bij zijn, alhoewel dat voor Rob maar tijdelijk is. Nu alleen Lex de Boer nog, maar daar hoorde ik ook positieve geluiden over.
Na de drinkpost liep ik dus achter de waarschijnlijk langste en wel zeker de kleinste man van het veld aan. Een aparte ervaring, Vincent heeft bijna twee stappen nodig voor één stap van Rob. En dan het verschil in stijl. Vincent loopt lichtvoetig, bijna huppelend, terwijl Rob zich met grote, glijdende, slepende passen voortbeweegt. En ze kletsen honderd uit. Vooral over Aruba waar ze binnenkort weer de 75 km gaan lopen. Ik hoor niet alles, want ik loop een pas of drie achter ze. Op die manier heb ik meer zicht om me heen en kan ik de omgeving beter in me opnemen. En met die omgeving zit het hier wel snor. Nadat we eerst een tijdlang door het bos hadden gelopen, waar het naar pas gezaagd hout rook, liepen we langs vennen en natte heidevelden. Als je daar zomers komt heb je grote kans op een ontmoeting mat een adder, Nederlands enige gifslang. Er wordt altijd voor adders gewaarschuwd en dat is terecht want aan een beet ervan kun je doodgaan. Maar, sinds 1900 zijn er in Nederland slechts drie mensen aan een adderbeet overleden, een baby, een oude zieke man en een volwassen vrouw. Je loopt in Amsterdam dus heel wat meer risico het leven te laten dan op de Drentse heidevelden!
Ondertussen is ons groepje uitgedund tot Rob, Vincent en ik. Het tempo ligt eigenlijk net wat hoger dan ik wilde. In het midden van de week had ik wat verhoging en heb een lichte keelontsteking gehad, dus ik wilde me niet al te veel vermoeien. Zo rond de vier uur was het streven. Maar ja, in dit excellente gezelschap liep het lekker makkelijk. Ik volgde slechts, net zoals kuddebeesten als schapen, vele vissen en vogels. Die lopen, zwemmen en vliegen ook altijd achter elkaar aan. Maar die eerste dan, waar iedereen achteraan gaat, hoe doet die dat dan, waar gaat die achteraan? Leuke vragen om onder het lopen mee bezig te zijn.
Opeens dringt het tot me door dat Vincent al een eindje vooruit is. Hij versnelt. Prachtig dat hij dat kan. Bijna 65 en dan nog zo snel. Prachtig. Ik besluit bij Rob te blijven, maar na de laatste drinkpost laat ook ik hem alleen. Al een tijdje zag ik Ini voor ons uitlopen. Ik weet dat haar PR op 3:54 staat. We moeten nog 7 km en gezien de tijd zit een nieuw PR er dik in, maar dan moet ze wel doorlopen. Al eerder heb ik haar gehaast naar 4:00> Ik haal haar in concentreer me op ons tempo en probeer een vast tempo te lopen. Ze is er blij mee, zeker als ze op het stuk met tegenwind achter me kruipt. Opeens ruik ik de sterke geur van kraaiheide op een stuk van de route waar we met ander marathons, o.a. de driedaagse, al heel vaak over hebben gelopen. Een heel aparte, beetje kruidige geur. Ken je die geur eenmaal, dan herken je die altijd. Dan het bordje met 40 km. Nog maar twee km te gaan. Ini hijgt en puft, maar blijft goed bij en vlak voor de finish laat ik haar voorgaan zodat ze een meter of vijf voor mij de finishlijn passeert in een nieuw PR van 3:46:36. Mooi gedaan.
Even later komt ook Rob over de streep, ruim binnen de vier uur, de tijd die hij straks in Rotterdam als pacer moet gaan lopen. Dus dat gaat wel lukken.
De organisatie was weer prima (bedankt allemaal), eigenlijk precies zoals we het in Diever gewend zijn. Het weer was goed, niet te koud, geen regen en weinig last van de wind. Ik ben tevreden, over mijn herstel, over mijn tijd en over mijn maag. Kortom, waarom zou ik mijn zaterdagen ooit anders doorbrengen?

THEO DE JONG
VIRIDIS@PLANET.NL