Laatste overweging van Dirk Westerduin

Dirk Westerduin sluit discussie met Henk Harenberg.

Ik had niet het idee dat ik Henk Harenberg op andere gedachten zou brengen, toen ik schreef dat 55 kilometer in de week onvoldoende is om de Spartathlon te lopen. Ik verwees ook naar voorlichting van de KNAU voor beginnende hardlopers, omdat het om basisprincipes gaat die al uitentreuren zijn uitgekauwd en bewezen.

Ik reageerde feitelijk omdat er onder de lezers van Ultraned een hoop beginners zijn. Als die een verhaal lezen van Henk Harenberg zouden ze kunnen denken dat het ook zo kan. Ik wilde die mensen waarschuwen, en zeggen: “Kijk uit, zo kan het dus niet, zo maak je jezelf kapot.”

Met die waarschuwing probeer ik mensen te helpen en te behoeden.

Overigens leeft het idee dat je je aan biologische aspecten kunt onttrekken onder meer bij ultralopers in Nederland. Dat is jammer, want zo wordt het voor anderen erg moeilijk om die mensen serieus te nemen. Wat weer een negatieve weerslag heeft op de manier waarop de Nederlandse maatschappij tegen ultralopers aankijkt. Dat is ook weer lullig, want de meeste mensen die zich ergens meer dan gemiddeld mee bezig houden willen daar wel erkenning voor.

Als je wilt dat ultralopen in Nederland een gerespecteerde discipline wordt, dan zul je toch moeten appelleren op dingen als ‘gezond verstand’. Doe je dat niet, dan verklaart het gros van de mensen je ‘gek’.

Dat hoeft geen probleem te zijn: veel ultralopers schijnen de uitdrukking ‘gek’ als een soort geuzentitel te zien. En als sommige media er dan op inspringen, dan gaat het bijna nooit over de wedstrijd, maar over ‘de beleving’, ‘mythische aspecten’, ‘drang naar vrijheid’, ‘wars van alles’, of: ‘hij liep 80 kilometer op een uitsmijter met ham’. Het wordt nu wellicht nog mooier, want dadelijk krijgen we misschien een competitie over wie er met het hoogste vetpercentage aan de start van een wedstrijd staat. Dat die mensen het na het startschot kwijlend en strompelend in hun broek doen is helemaal smullen.

Als mensen op zo’n manier over ultralopen praten kan ons dat kortstondig bevredigen, want we krijgen aandacht. We kunnen elkaar ook napraten, dat gebeurt ook. Dus krijg je telkens weer dezelfde verhalen.
Het dubbele is, dat veel mensen die zich ultraloper noemen, aan de ene kant klagen dat hun discipline niet serieus wordt genomen. Aan de andere kant kan het volgens hen niet gek genoeg, want zo krijg je aandacht. Gaat het op die manier over de tak van sport? Nee. Neemt de maatschappij die sport serieus? Nee. Er staat een of andere gek op de planken, die vaak met overtollig vet en ondergetraind zo lang mogelijk rondjes probeert te draaien, als een dikke marmot of een leipe muis: ” Dat verdient een foto in de krant.”

Als je wilt dat ultralopen niet een soort vergaarbak voor gekken wordt, dan moet je die gekte ook niet cultiveren met verhalen die alleen maar gekken aantrekken. Ik vind dit doodzonde, want ultralopen is een edele en mooie sport.

Dit was mijn laatste overweging.

Dirk Westerduin.