Han Frenken heeft het toch maar weer voor elkaar gekregen. In 2003 haalde hij het Nederlandse Kampioenschap naar Stein. Nu vind er een 24 uur wedstrijd plaats, ook weer verbonden met het Nederlandse Kampioenschap. Stein en Han weten goed voor de nodige promotie van te zorgen, vergeet ook niet de Grottenmarathon en de Border Bridge marathon over de brug tussen Stein en Maasmechelen. Voor hen geldt: hoe ludieker hoe aantrekkelijker. Ik lees in het wedstrijdboekje dat de organisatie een Stichting is geworden met als doel: het promoten van en bevorderen van de ultraloopsport in de gemeente Stein. Had iedere gemeente maar zo’n ideële doelstelling! Zoals gebruikelijk zit het organisatorisch perfect in elkaar, dankzij hun jarenlange ervaring.
{u}{b}DE WEDSTRIJD{eu}{eb}
Op weg naar Stein vallen niet alleen regen- maar ook hagelbuien. Is het alweer zover! Tenten, auto’s, bestelwagens, caravans, zoeken een plaatsje in het Steinerbos. Ik kan mijn drankjes, eten, in de tent kwijt van Math Roberts. Zijn vrouw Ellen en dochter Angie zullen mij de fourage aanreiken en zullen dat werkelijk voortreffelijk doen.
Aan de start zeggen Jacques Vandewal en ik tegen elkaar: waar beginnen we aan, gekkenwerk! ‘Het getuigt al van moed om je in te schrijven’, zeg ik, ‘laat staan als je gaat lopen’. ‘Zie je niet dat ik wat zware schoenen draag’, zegt Jacques, ‘dat komt omdat de moed er in is gezakt’. Zo beuren we elkaar wat op, want we vinden het heel spannend wat er gaat gebeuren. Het is een indrukwekkend moment als grote trommels beginnen te roffelen, heel sfeervol. Nu gaat het echt gebeuren. We wensen elkaar succes en beginnen aan een vreselijk, verschrikkelijk, pijnlijdend avontuur. Althans, zo kijkt de buitenwereld er tegenaan, maar wij weten wel beter. Math Roberts heeft er zin in en zegt: ‘geweldig dat jij op die leeftijd hier nog bij bent, ik bewonder je moed, maar maak er vooral een plezierige dag van en wees verstandig, doe geen gekke dingen’. Dat is praat naar mijn hart, zo moet je deze afstand ook zien.
De eerste 6 uur loop ik samen met Ineke Scheffer. Ze heeft ervaring op deze afstand en kan goed vlaklopen. Langzaam hardlopen is een kunst die ik niet zo beheers, want als het startschot klinkt, vlieg ik er in. Als voorbereiding heb ik dit jaar slechts 2 wedstrijden gelopen en heb in maart enkele weken in aangename temperaturen op Aruba getraind, 3 weken lang, dagelijks ruim 20 km. De 24 uur tips van Ton Smeets op ultraned en het resultaat met de wijze van voorbereiding van Jos Akkermans in Apeldoorn vorig jaar, hebben me gesterkt in een goed gevoel, dat een 24 uur voor mij ook mogelijk moet zijn. Ik stelde mezelf echter wel hoge eisen, want ik zou voor de 160 gaan. Voor mezelf had ik een schema in mijn kop zitten door de wedstrijd in 4 stukken van 6 uur op te delen. De eerste 6 zou niet sneller dan 45 km mogen, de tweede ook 45, de derde 40 en de laatste 6 uur zou door een verzwakte concentratie en pijnlijke spieren 30 km moeten opleveren. Samen exact 160 km. Inderdaad, het eerste gedeelte verloopt op schema. Ineke komt helaas in de problemen, het gaat niet goed met haar toch al aangetaste benen. Gelukkig neemt ze een wijs besluit en stopt. Jan en Marina v d Erve komen kijken en tegelijker leuke foto’s maken die op hun website zijn te bewonderen. Ook mijn familie waagt zich aan een lopers kijkavond uitje. In de avonduren krijgen we zelfs nog spaghetti en macaroni voorgeschoteld. Na dit gegeten te hebben gaat het wat moeizamer. Mogelijk té zwaar op de maag. Als ik hardloop word ik misselijk, daarom ben ik noodgedwongen wat gaan wandelen. Niet erg hoor, dan maar een tandje lager, 24 uur is lang. Na 12 uur zitten er 92 km op, alles lekker volgens plan. Rond 6 uur wordt het schemerig en begint het licht te worden. Ik kan mijn ogen bijna niet open houden en barst van de slaap. Het lopen is meer zwalken en zigzaggen geworden, alsof ik het nachtleven in Stein te intens heb beleefd. Dit duurt enkele ronden lang, en het wordt maar niet beter. Ik wil rusten, al is het maar een kwartiertje. Toeschouwer Hinrich Klugkist biedt aan me na een kwartiertje te wekken. Een Duitser die achter me loopt adviseert me flink wat koffie te drinken en goed te eten. Het lijkt een wondermiddel, binnen een ronde ben ik weer geheel de ouwe. ‘Geen stretcher meer nodig, ik heb nergens meer last van’, roep ik naar Hinrich. Mogelijk een te lage bloedsuikerspiegel gehad, denk ik later. Sinds de spaghetti van de avond ervoor heb ik niet meer gegeten, wel altijd 2 bekertje gedronken bij iedere doorkomst, 24 uur lang.
Mijn pijnlijke bovenbenen smeer ik 2 keer in met Perskindol, het helpt goed. Rond 9 uur zien we de eerste 6 uur lopers. We worden fiks aangemoedigd. Ook door de vrijwilligers, supporters en familie die de hele nacht in de weer zijn geweest voor ons loopplezier. Er heerst een heel leuk sfeertje. Bij 18 uur zit ik zoals gepland op 130 km. Ik loop veel samen met Jacques, we hebben veel steun aan elkaar. Hij is wat voortvarend van start gegaan en moet nogal eens wandelen. Ik het laatste gedeelte loop ik anderhalf uur en beloon mezelf dan door 1 km te wandelen. Het lijf kan dan wat herstellen. De snelle 6 uur deelnemers komen voorbij, helemaal uitgerust en nog vol energie. Hun stimulerende opmerkingen zetten de laatste restjes energie in je lichaam aan het werk; ‘grote klasse’, ‘hoe kan dat, niet uitgestapt?’, ‘wat zie ik nu, jij 24 uur’, ‘wat een durf’, ‘aan je loopstijl te zien kun je nog wel enkele uurtjes’, ‘groot gelijk dat je meedoet, nu gaat het nog’. Regina dieselt maar door, net of het haar geen moeite kost. We hebben nogal eens samengelopen.
Math presteert geweldig. In het laatste uur nog rondjes van 14 minuten. Hij geniet, hij kletst en moedigt anderen aan. Hij vertoont vandaag superklasse, wat niet minder dan het Nederlandse Kampioenschap oplevert. Hij is gewoon de beste, daar kan niemand omheen. Simon Pols, wie kent hem niet, presteert ook geweldig, hij handhaaft, altijd rechtlopend als een kaars, zijn eigen tempo. Ook voor hem zal het Wilhelmus klinken.
Zou het blijdschap zijn dat de wedstrijd bijna afgelopen is, of is het een endorfinekick? In ieder geval gaan bij mij de laatste uurtjes in een stroomversnelling. Plotseling hoor ik dat met nog 1 uur te gaan ik al op 163½ km sta. Voor mij staat dan al vast dat het 170 moet worden. Nog 2 ronden, dan is de 169 bereikt. Ik kom na 23.52 u over de finish. Er moet nog 1 km bij. Sprinten, flitst door mijn kop. Ik twijfel, ben bang voor krampen, maar het goede gevoel overheerst. Ik pers nog alles uit mijn lijf: het zwembad, de vervloekte steentjes, scherpe bocht links, na het parkeerterrein weer 180° links en dan 1e meetpunt 1 km. Er wordt afgeteld 7-6-5. Ik loop door, want je weet maar nooit. Ongelooflijk, ik heb het gehaald, om nooit te vergeten 170,141 km.
Vincent Schoenmakers