Dit weekend (14/15 Oktober) heb ik deelgenomen aan de 24 uur op de baan. De loop wordt georganiseerd door het Sri Chinmoy Marathon Team. Dus met rondetellers die de lopers steeds aanmoedigen en inclusief een uitgebreide verzorging, welke je dus iedere 400 meter passeert. Voor mij zijn dat goede omstandigheden, zeker ook omdat je niet gelijk een helper nodig hebt. De baan van Tooting Bec ligt ongeveer 5 km ten zuiden van de Thames (oftewel Londen Centrum) in een park, waar ook veel gelegenheid is voor andere sporten. Het is een mooie plek vrij rustig gelegen in de drukke stad!
Woensdag voor de race ben ik per Eurolines naar Londen gegaan. De 2 dagen daarna heb ik de tijd genomen om de stad te bekijken en om me op de race voor te bereiden.
De Engelse tak van het SCMT had in februari een zware klap gekregen met het overlijden van hoofdorganisator Tony Smith. Zijn dochter heeft de organisatie overgenomen en zo te zien is het in goede handen. Veel lopers hebben zich als steun voor de altijd enthousiaste Tony Smith aangemeld. Ongeveer 15 lopers moesten worden teleurgesteld, want het maximum aantal deelnemers is 45.
Zaterdag 14 oktober arriveer ik om 10.00 uur op de baan. Ik begroet de organisatoren en ik raak in gesprek met de lopers uit Schotland: Allen (helper), William Sighel (heeft vaak in Nederland gelopen) en mijn goede vriend Adrian Stott. Vandaag opvallend veel lopers uit Scandinavië.
Een der Schotten komt met een houten bank aanzetten, hierop kunnen we onze spullen zetten.
Ik rangeer de spullen in de koffer, zet een plastic tas met extra eten als fruit, supplementen, cranberrysap en zeewier gereed en ik smeer me in met arnica-olie.
De baan heeft een voor ons bekende afstand van 400 meter. Het meten wordt gedaan door een scheidsrechter van de Engelse bond; dag en nacht aanwezig. Hij regelt ook het startschot en de toeter aan het eind en hij neemt de 100 mijl-tijden op. We beginnen kloksgewijs te lopen en na iedere 4 uur wordt van richting gewisseld. Dit is een mooie gelegenheid om de medelopers van de voorkant te bekijken.
Om 12 uur is de start en we worden bijna letterlijk weggeschoten. Gelijk in het begin is het belangrijk een rustig tempo te lopen; wat je in het begin te snel gaat, moet je later terugbetalen. Het zonnetje begint nu ook door te komen, 20 graden, veroorzaakt wat zweet. Toch ben ik midden oktober blij met iedere zonnestraal die we kunnen vangen!
Na 90 minuten is er een pasta-maaltijd, wat extra benzine na het stapelen van de afgelopen dagen. Om de 2 km pak ik wat water, fruit of brood; ik kijk uit met de energiedrank, want dat kan later gaan klotsen.
Voor mijn gevoel is het tempo net iets te snel: 28 km in 3 uur en 54 km in 6 uur. Dit is het moment voor de eerste pauze; voorbereiding op de lange koude nacht. Ik verander van shirt en sokken, smeer me nogmaals in, om de benen warm te houden en neem nog wat van mijn eigen eten.
De verlichting wordt aangedaan, het grote voordeel van een loop op de baan. En om 8 uur is het diner-time. Uiteraard in Britse stijl: Soep, smashed potatoe, noodzakelijk brandstof. Als toetje is er vla-pudding met banaan, het feest kan niet op.
Ondertussen begint het af te koelen al moet ik zeggen dat ik het in oktober kouder heb meegemaakt (b.v. in Uden). Toch krijg ik het advies van de fysiotherapeut om me warmer te kleden, ik gehoorzaam en trek een jack aan.
Na 9 uur sta ik op 81 km en halverwege, middernacht dus, op 105.9 km.Van de 42 lopers ben ik nr 18, er wordt hard gelopen vandaag. Voor mij is het tijd voor een langere pauze; Ik weet niet waarom, maar ik verdeel een 24 uur in 4 delen van 6 uur. Ik kleed me helemaal om, smeer me nogmaals in, eet nog wat, drink nog meer.
En ik doe mijn nieuwe schoenen aan. Persoonlijk denk ik dat iedereen zijn eigen favoriete schoenen heeft. Ik moet zeggen, dat ik me op deze schoenen in de voorbereiding uitstekend heb gevoeld. De maat is ietsje groter, wat van belang is omdat de voeten zich iets uitzetten. Omdat ik deze schoenen nog niet zo goed heb ingelopen, durfde ik er geen 24 uur op te lopen. Het risico op fatale blaren zal dan te groot zijn.
Als ik weer op de baan ben blijkt het dat de schoenen fantastisch werk doen, 10 sec per ronde sneller. Er ontstaat een gevoel van vliegen. Toch is het belangrijk om de beide benen op de grond te houden, want de weg is nog lang. Ik besluit om ieder uur een quotum in te stellen; zodra ik de afstand heb gehaald, ongeveer 8 km verder, wandel ik de rest van het uur vol. Zodoende is er even een moment van rust voor het volgende uur. Deze tactiek bracht me naar 130 km in 15 uur en 156 km in 18 uur, opgeklommen naar nummer 9. De 100 mijl gaat in 18.29 uur, keurig opgemeten door de scheidsrechter. Men zegt dat hij de organisator van de helaas ter ziele gegane klassieker London-Brighton was. Een aantal snelle lopers zijn in de problemen geraakt; er wordt helaas veel gespuugd.
Onderweg word ik luidruchtig aangemoedigd door de tellers, na iedere 10 km nog wat luider. De voeten voelen wat warmer aan, toch blaarvorming? Naderhand blijk ik slechts 1 onschuldige blaar te hebben opgelopen. De benen zijn iets stijver. Toch mag dit het tempo niet drukken, nog steeds gaan de kilometers snel voorbij.
Dan is er ontbijt: Porridge natuurlijk. 2 Borden gepakt en een kop pepermuntthee besteld. De volgende ronde opgehaald en gelijk het zakje er uit gehaald. Nog steeds pak ik iedere 2 km water met fruit en brood; soms ook energiedrank.
Na 19 uur lopen oftewel 7 uur ’s ochtends is de dag aangebroken, helaas wat bewolkt. Dus vandaag wordt het wat minder warm. Wat mij eerder is gelukt in kortere ultra’s (6 uur) en zelfs in de 12 uur van Den Haag; lukt me nu ook voor het eerst in de 24 uur. Een soort onzichtbare kracht duwt me voort in een hoger ritme, soms 12 km per uur. Mijn doel van 200 km is zeer dichtbij, maar ook mijn PR van 207 km en zelfs de 210 km zijn opeens binnen bereik. Na 21 uur sta ik zevende met 184 km. Er ontstaat angst voor kramp, slechts een oplossing mogelijk: gas terugnemen.
Ik ga ietsje trager, zeg maar in het tempo wat ik in de nacht heb gelopen. Ik moet zeggen dat het overdag ietsje makkelijker gaat.
Op de baan ontstaat groepvorming; het einde nadert en er wordt gezellig gepraat. Helaas heeft dit voor mij zigzaggen tot gevolg. Onderweg moedigen Torill Fonn en ik elkaar aan, zij loopt voor het eerst meer dan 200 km, haar man Reima Hartikainen wordt tweede met bijna 225 km. Van hen verneem ik dat er in december in Noorwegen een 24 uur indoor wordt gehouden.
Na 22 uur en 45 minuten lopen is mijn eerste PR een feit: 200 km, 500 rondes, zijn voltooid.
Maar meer is mogelijk. Het lopen gaat wat onregelmatiger, gelukkig zijn de krampneigingen voorbij. Als ik loop is het tempo hoog, 2.15 de ronde, maar iedere 2 km moet ik toch wandelen om de pijp weer op te laden. Gelukkig is er nu ginger-beer (alcoholvrij), eigenlijk net dat beetje pit waar ik naar zocht.
De rondetellers tellen mijn rondes af naar de 130 mijl, maar ik wil 2 rondes meer voor de 210 km. Uiteindelijk komen er ook daar nog 6 rondes erbij en eindig ik op 212.496 km. Vijfde in de rangschikking.
Voor mij een grote verrassing dat ik aan het einde nog zo hard heb kunnen lopen, zelfs met een negative split van 500 meter. Wat mij ook heeft verrast is het zeer sterke deelnemersveld. Toen ik 2 jaar geleden deelnam, haalde maar 1 loper de 200 km, Ken Fancett. Hij eindigt een kilometer voor me. Vandaag halen we met zijn negenen de 200 km, waaronder 2 dames, in totaal meer dan 20% van de deelnemers.
De winnaar is John Pares met 230 km; een mooie afstand voor een debuut. Derde wordt de Ier Eoin Keith ook met een pr van 219 km. Zeer bijzonder is de 202 km van Sandra Brown zij is 57 jaar oud en ze heeft de tijd gewandeld, topklasse.
Het klinkt misschien eentonig om 531 rondjes op een baan te lopen. Echter aan de ene kant staan de rondetellers van het SCMT je aan te moedigen en aan de andere kant staan de met de lopers meegekomen helpers. Je bent dus nooit alleen. Ik ben blij dat ik hier heb mogen deelnemen.
Peter Zuidema