Het opstartbruggetje, de strijd van een debutant op de 24 uur

Hennie van Velzen: “Plotseling stond er een grote flatscreen op een tafel waar de te gelopen afstanden op stonden. En zelfs ik met mijn kippige ogen, heet tenslotte niet voor niets Hen, kon het zonder bril lezen.”

Eindelijk was het dan zover, Steenbergen de 24 uur. Een wedstrijd die ik al 2 keer eerder had willen lopen, maar door ziekte en andere ellende thuis niet kon lopen. Een debuut op de 24 uur die ik zou gaan lopen, puur om ervaring op te doen, om een 24 uur te leren lopen. Afstand niet belangrijk, uitlopen wel, koste wat kost. Maar nu was het wel zover, nu kon ik hem lopen. Ik was fris en helder in mijn hoofd en had er zin in. Weken ervoor begon ik op de multimedia al met aftellen. Mentaal kon ik die 24 uur aan. Ik was gehard door de afgelopen twee jaar. In die periode heb ik me ook meer kunnen verdiepen in mijn project; de 24 uur. Veel kennis vergaard, trainingsplannen opgezet, wedstrijdtactiek bedacht en geïmplanteerd in mijn trainingen. Al zat er wel een probleem bij mijn trainingen. Mijn linker kuitspier deed al tijden vervelend en ging lastig doen na zo’n 18 km. Mijn hele trainingsplan moest ik aanpassen. De lange duurlopen werden vervangen en ging vaker per dag trainen. Tja, want kort lopen dan gaf nu net geen klachten. Vaak trainen maar kort, net als Henk Bronswijk altijd deed. Ik maakte weken van 141 km maximaal. Wat voor mij veel is. Ik heb welgeteld vanaf januari tot de wedstrijd 2 lange duurlopen gedaan. 1x een 28 km in januari en 1 marathon (Antwerpen), zo’n 3 weken voor de wedstrijd. Voor die marathon af mijn fysio het groene licht, hij had er vertrouwen in. En inderdaad ik had geen last, wat bij mij zelfvertrouwen gaf voor Steenbergen.

Het wordt 12 mei Steenbergentijd. De reis is vlot en zonder problemen. Als we aankomen wordt ik netjes verteld waar ik naar toen moest om mijn kampement op te zetten. Nu is dat voor mijn snel gebeurd aangezien ik alleen een campingstoeltje bij me heb en een minitentje die ik van mijn kinderen heb gejat. Clubtrainer Ed van Beek had echter meer problemen. Hij had een tent meegenomen die hij 15 jaar geleden voor het laatst gebruikt had. Het duurde even maar even later stond deze tent ook. Alles was in gereedheid gebracht voor deze monstertocht over een weg waar je aan het einde weer opnieuw begint.
Het wordt tegen drieën. Iedereen staat bij de start streep. Ik sta daar met een grote ballon in mijn handen. Ik zou deze oplaten als eerbetoon aan alle overleden kinderen met het Williams Syndroom. Mijn vrouw heeft daar een haar project van gemaakt. Op http://www.facebook.com/pages/Running-Family-for-Willliams-Syndrome/121870107946592 vindt je meer over haar project.

De wedstrijd begint. Het lijkt wel een vertraagde weergave van de werkelijkheid zo rustig komen de lopers op gang. Na ruim 3 km begin ik met mijn wedstrijdtactiek; 1500 mtr hardlopen en daarna 500 mtr wandelen. Het wandelen begint in de 2de bocht voor verversingspost en stopt bij het bruggetje. Het wordt mijn opstart bruggetje. De tactiek is tijdens de trainingen helemaal gefinetuned. Ronde naar ronde loop ik in dat ritme. Iedere keer opnieuw wandelen bij de verzorging en opstarten bij het bruggetje. Jaren geleden liep ik hier een 6 uur in Steenbergen en was dat bruggetje ook al bekend ivm de gladheid ervan. Toen werd er pekel op gegooid nu was dat niet nodig.

De nacht valt over Steenbergen en de geluidsapparatuur begon te zwijgen. Het parkoers begon te veranderen in een landingsbaan aangezien er om de 5 mtr een glazen potje stond met een waxinelicht erin. Volgens mij moeten ze daar in Steenbergen verplicht doperwten eten, zoveel stonden er.
Na een uur of tien lopen kreeg ik de eerste enorme dip. Ik wist dat dit ging gebeuren aangezien ik een manco heb met lange duurlopen en teer op mijn weekomvang. Hardlopen ging nauwelijks meer en besloot een wat langere pauze in te lassen om goed te kunnen eten en te drinken en om een vervolgplan te maken. Eerlijk gezegd had ik gehoopt om wat langer hard te kunnen lopen en pas later met wandelen te beginnen. Ik zat rustig op mijn stoeltje te eten van de heerlijk macaroni die de organisatie beschikbaar stelde en niet alleen voor de lopers, ook de begeleiders werden voorzien. De organisatie was dan ook uitermate perfect., al hadden ze wel problemen met de lichtkrant die de gelopen afstand moest doorgeven als je over de “finish”mat liep. Ook daar hadden ze een oplossing voor. Ik weet niet waar ze die ineens vandaan gehaald hadden , maar plotseling stond er een grote flatscreen op een tafel waar de te gelopen afstand op stonden. En zelfs ik met mijn kippige ogen, heet tenslotte niet voor niets Hen, kon het zonder bril lezen. Ik was ondertussen weer gaan lopen, zeg maar high speed walking. Wim Bart Knol liep een rondje mee en gaf wat nuttig advies.

Ook andere lopers sloten een of meerdere rondjes aan. Op deze manier kom je tijdens je ervaringsloop ook aan goede adviezen. Henk Harenberg, Hein Bodelier, Bob Stultiens en Jannet lange zijn lopers waar ik tijdens de loop weer veel van geleerd heb. Langzaam wordt het licht. Ben nu al uren aan de wandel. Van het high speed walking is ook al niets van over. Ben gesloopt, helemaal gesloopt. Ben op dat moment meer zombie dan mens. Maar ik wist het van te voren en het is iets wat ik ook wilde, total los en dan doorgaan. Bij het krieken van de dag begin ik ook te zwalken op mijn benen. Ik wist dat ik nu even moest pauzeren om volgetankt weer verder te gaan. Andere lopers en begeleiders zien mijn zware strijd tegen mezelf en spreken me moet in. Ik volhard maar als de familie weer aan komt draven gaat het toch bijna mis. Voor het eerst twijfel ik, bleef even zitten en ging vervolgens toch weer verder. Ik merkte dat door dat bijtanken ik toch iedere keer weer iets makkelijker liep. Dus als ik weer begon te zwalken even paar minuten pauze en om vervolgens weer door te gaan. En zo ging het door tot de laatste ronde. Ik merkte dat ik de 138 km kon halen. Dus ik ging ervoor. In een uiterste krachtsinspanning kreeg ik het voor elkaar om die laatste ronde te halen en met nog 60 sec te gaan nog een hardlopend eindschot. Hoe ik dat voor elkaar gekregen heb weet ik niet. Maar dat mijn lichaam dat totaal niet waardeerde weet ik wel zeker. Na het stoppen schoten de pijnsteken door mijn voeten en enkels. Ik kon niet meer op mijn benen staan en moest gaan zitten totdat de restmeters waren opgemeten. Het probleem daarna was dat ik totaal niet meer de kracht had om overeind te komen. Op handen en knieën en met behulp mijn oudste zoon en de buggy van mijn jongste zoon krabbelde ik met heel veel pijn overeind. Nu was het leed helemaal niet meer te overzien. Lopen ho maar, bij de auto een vasovogale reactie. Die gelukkig door mijn vrouw de kop in werd gedrukt aangezien zij als ic pleeg wel raad weet in dit soort gevallen.

Maar al met al heb ik mijn doelen behaald. Heb veel geleerd, heb genoten en ben helemaal en ook helemaal kapot gegaan en daarmee om weten te gaan. De organisatie was perfect en ik kom zeker terug bij de 24 uren van Steenbergen.

Hennie van Velzen