24 uren van Steenbergen door de ogen van een supporter

Philippe Lagae begeleidde Veerle Beernaert bij de 24 uur van Steenbergen waar ze Belgisch kampioene werd.

Tja, hoe begin je nu éénmaal aan een verslag over een kampioenschap 24 uren lopen? Hoe kan je alle indrukken samenvatten in een stukje tekst? Hier volgt alvast een poging tot verslag vanaf de zijlijn, gezien vanuit mijn invalshoek.

Zaterdagmiddag vertrokken wij (= Veerle Beernaert en Philippe Lagae) richting Steenbergen (Nl) en na anderhalf uurtje rijden kwamen we aan op het gezellige terrein, alwaar tentjes en campers opgesteld stonden. Eventjes een praatje maken en al snel vonden we een plekje om ons basiskamp op te stellen.

Om 15u00 weerklonk het startschot en trokken een 50-tal ultralopers op pad voor een ongelooflijk loodzware missie : in 24 uren tijd zoveel mogelijk kilometers sprokkelen.Verstand op nul en blik op oneindig.

Veerle Beernaert ging heel rustig van start in de laatste gelederen, want het was nog ver, heel ver en de tocht zou nog bijzonder lang duren. De strategie lag al een tijdje vast : ze zou blokjes lopen van 28 km en dan een rondje (2 km) wandelen en dit zoveel mogelijk herhalen. We hadden daarop getraind de voorbije weken. Het doel was om op die manier de kaap van 100 mijlen (161 km) te halen. In een superdag had ze graag 169 km (= vier marathons na elkaar) gelopen. Zo gezegd, zo gedaan. In het begin liep ze erg makkelijk : de kunst was om zichzelf in te tomen en zoveel mogelijk energie te sparen voor de laatste uren, wanneer de geest het overneemt van het lichaam. Zo liepen de kilometers gestadig op:
40 km in 4u30.
55 km in 6u00.
100 km in 12u00.
120 km in 14u30.

Alles ging nog steeds relatief makkelijk. Inmiddels werd het na een erg koude nacht (met vriestemperaturen) al terug klaar. Gelukkig had ze genoeg looptenues klaargezet om van kledij te wisselen. Er werd vooraf nogal wat lacherig gedaan over onze verhuis – we hadden een wagen vol met loopkledij, schoenen, voeding, gelletjes, massage-olie, recoverydrank, etc …, precies een emigratie naar Nederland, maar elk detail heeft uiteindelijk zijn waarde bewezen. Hier werd niets aan het toeval overgelaten.

De 100 Engelse mijlen (161 km) werden gehaald in 20u27’13”. Op dat moment liep ze als 3e dame en 15e over-all. Letterlijk en figuurlijk een Mijlpaal. Het target was gehaald en onbewust ging wat druk van de ketel. Helaas begon het evenwel vanaf dit punt erg moeizaam te gaan, de bovenbenen voelden meer en meer aan als betonblokken. Nu ja, er was toen nog ruim 3u30 wedstrijd te gaan en elke kilometer extra was winst. De strategie van “lopen en een beetje wandelen” werd noodgedwongen omgezet in “wandelen en een beetje lopen” tot uiteindelijk “100% wandelen”.

Om 15u00 op zondag weerklonk het eindschot en mocht ze eindelijk op een stoel gaan zitten en rusten. De officials kwamen met hun rolmeter en konden 177 km 483 meter noteren. Een ongelooflijke afstand : als ik eventjes mag vergelijken, dan was dit quasi exact dezelfde afstand, die ik van Bissegem tot Steenbergen met de wagen had gereden en ik vond dit toen al “een pokkeneind”.

Het moeilijkste moest dan nog komen. Rechtstaan uit die stoel ging o zo moeizaam en bij het naar de kleedkamers gaan ging het zelfs eventjes mis. Niks ernstigs, maar wellicht een appelflauwte door te wachten in de warmte. Veerle had ook de laatste uren door haar pijngrens gelopen en kreeg de tol nu cash betaald. Gelukkig kwam (dokter) Heidi ter hulp en kregen we assistentie in de EHBO.

Na een verkwikkende douche was het al stukken beter, maar dan mocht ze nog het hoogste schavotje beklimmen als Belgisch Kampioene. De drie andere dames liepen voor de Nederlandse titel. Die aangrijpende “Cérémonie protocolaire” leverde absurde beelden op. Eigenlijk best grappig, precies recht uit “In de Gloria” gegrepen : alle winnaars leken uit het bejaardenhuis te komen : voetje per voetje, trapje per trapje. Enkel het looprekje ontbrak nog.

“The day after” valt de schade al bij al nog mee. Uiteraard is alles stijf en verzuurd en heeft ze beneden geslapen, omdat een trap oplopen een mission impossible leek. Grappig toen de kinesist (fysio) zijn wenkbrauwen fronste, toen hij haar onder handen nam. Hij had nog nooit zulke gespannen spieren gezien. Kunnen wij “24 uren lopen” dan nog gezond noemen? Natuurlijk niet, laten we daar vooral niet flauw over doen. 24 uren onafgebroken lopen is een ware aanslag op je onderste ledematen en op je lichaam tout court. Daar is elke ultra zich ook wel terdege van bewust. Maar alle dagen een pakje sigaretten roken is volgens mij stukken ongezonder. Bovendien zijn ultralopers getrainde sporters, die hun lichaam door en door kennen. 177 km loop je ook niet wekelijks, en Veerle zal nu wel voldoende rust inbouwen om alle spiertjes volledig te laten herstellen. Althans, daar zal ik toch proberen over te waken.

Die Belgische titel staat voor eeuwig in de ranglijsten en dit neemt niemand haar nog af. We mogen op zulke momenten toch eventjes chauvinistisch zijn.

“Pain is temporary, Glory is forever”

met vriendelijke groeten,

Philippe Lagae
http://frankspencer.skynetblogs.be