Brief aan Jean-Paul Praet – part 2

Of dit nog wel een brief aan Jean-Paulis, of een ditjes en datjes, moet u zelf maar beoordelen. De briefwisseling vals samen met doorschaggevende beslissingen in de sport.

Het vervolg van de gedachtenwisseling gaat als volgt:

Ton,

Er is nog een psychologisch aspect aan een 6-urenloop dat het misschien moeilijker maakt om daar evengoed te presteren als op een 100 km. Als je op een 100 km sneller loopt word je beloond met :
1) een betere tijd
2) minder lang afzien (het was daarom dat ik zo snel liep 😉
Dat laatste is niet het geval op een 6u : je moet toch je 6u lopen zodat je misschien de neiging hebt om het toch maar iets trager te doen.

Aldus Jean-Paul Praet

Ook hier kan ik mij volledig aansluiten bij Jean-paul zijn gedachtengoed. Het is onmiskenbaar dat Jean-Paul in feite nooit heeft gestreden op de grens van zijn kunnen tegen een virtuele prestatie op een onderdeel over vaste tijdsduur. Deze nummers zijn namelijk mentaal veel meer belastend dan de nummers over vaste afstand. Daarbij wil ik wel opmerken dat Jean-Paul bekend staat als een van die atleten die mentaal zeer sterk was. Het getuigd ook zijn mentale kracht om het positieve in te zien van het zo rap mogelijk door lopen in de eindfase. Was het gisteren niet een Nederlander die de etappe van de Ronde van Frankrijk won in de koude regen en zich motiveerde met de woorden “die anderen moeten nu nog meer dan een half uur in de kou fietsen, terwijl wij ons lekker warm hebben gereden”.

Laat ik ten eerste noemen dat je bij bijvoorbeeld een 24 uur pas in de laatste fase (in absolute topsport in de laatste minuut) van de loop een garantie krijgt dat je inderdaad voorbij het oude record bent gekomen. Dat betekend dat je 23 uur en 59 minuten investeert in een onzeker eindresultaat. Dit is alleen weggelegd voor de mentaal aller sterksten. Bovendien staat er bij de 24 uur geen jubelend publiek de nieuwe recordhouder op te wachten. Bij een loop over vaste tijdsduur is er geen finishlijn.

Zelf heb ik al binnen de IAU geopperd dat er een vervolg moet komen op de 100 kilometer in de vorm van een onderdeel over vaste afstand. Je kunt daarbij denken aan een metrische Spartathlon over 250 kilometer, of een 150 mijl, of een zesvoudige marathon, of voor mijn part een drievoudige Comrades of de lengte van de Spartathlon mits die in 2004 als demonstratie-onderdeel van de Olympische Spelen wordt opgenomen. Wat het internationaal getouwtrek uiteindelijk op zal leveren vind ik minder ter zaken doen; er moet duidelijkheid komen over het vervolg na de 100 kilometer. De Grieken hebben in de komende jaren een open kans om daar invulling aan te geven, want ze mogen een eigen demonstratiesport introduceren. Als de Grieken deze uitnodiging da ook niet aannemen, moeten ze in de daaropvolgende jaren niet gaan zeuren. Ik mag aannemen dat men in Griekenland voldoende bewust is van zowel de historische waarde van deze mogelijkheid alsook van het feit dat ze met Kouros geschiedenis kunnen schrijven. Een geschiedenis waarbij men na 25 eeuwen nog even de puntjes op de i kan zetten wat betreft het zwaktebod van de atletiek richting lange afstand lopen in de afgelopen eeuw. De moderne Olympische Spelen hebben daar tot nu toe onmiskenbaar ongenuanceerd mee om gegaan.

België heeft ook vedetten die op de -laat ik maar een beslissing forceren- metrische Spartathlon hoog kunnen eindigen. Dek maar aan Lucien Taelman en Paul Beckers. Nu -doktor; ik weet niet of hij dit verdiend als gepromoveerd iemand of puur als orthopeed- Jacques Rogge de hoogste positie in het IOC heeft ingenomen, ben ik zeer benieuwd hoe hij met pure sporten als de ultramarathon en de megamarathon om gaat. Waar media de 100 meter kunnen verkopen door keer op keer herhalingen vertraagd uit te zenden, verwacht ik eindelijk een leidinggevende in het IOC die ook oog heeft om de ultramarathon en de megamarathon in samenvattingen op commercieel verantwoorde wijze aan de man/vrouw te brengen via de huidige media. Gezien het hoge niveau van de huidige ultramarathon verwacht ik daar dan ook veel goeds van in de komende jaren.

Persoonlijk vind ik het leuk voor de beoefenaars van wintersporten dat ze zich vrij kunnen voelen in hun winterkloffie, en lekker springen en dansen op ski’s. Maar commercieel gezien is het gracieus bewegen in lompe wintersportpakken een contradictio in termino dat je nooit verkocht krijgt naar een breder publiek. Dus zowel gezien het commerciële belang alsook het sportieve en historische belang geloof ik in een toekomst die uiteindelijk ten voordele van sporten als de 100 kilometer en de metrische Spartathlon zal vallen. Dat de IAAF daarbij ongeveer een kwart eeuw geleden andere keuzen heeft gemaakt, valt te bezien dat men dat daar anno nu nog onderschrijft.