Staan de Afrikaanse lopers niet bekend om hun speelse manier van lopen. Soms tot zelfs dwaas in de ogen van een Europeaan. En is het dan niet dat we daarom nooit vooraanstaande ultramarathonners verwachten vanuit het Afrikaanse continent. Nu, kijk eens nar de grote wedstrijden van bijvoorbeeld de 100 mijl van Cavin Woodward of de 100 kilometer van Donald Ritchie. Of naar de tussentijden van Yiannis Kouros tijdens zijn grote races over 24 uur en langer. We zagen Kouros nog twee jaartjes terug in Winschoten ver voor de experts van de 100 kilometer lopen in de beginfase. Allemaal Europeanen op de ultramarathon, waarvan je toch denkt dat er nog het nodige meer in zit als men geslepener loopt.
Kijken we dan eens naar de winnaar, de Ethiopiër Gezahege Abera. Zijn vrijwel vlakke race tijdens de Olympische Spelen vorig jaar (1:05’02 halfweg en 2:10’11 aan het eind) was zeker geen toeval. Hier volgen zijn tussentijden:
{fixed}
5 km 15’52 (15’52)
10 km 31’19 (15’27)
15 km 47’34 (16’15)
20 km 1:03’29 (15’55)
1/2 mar 1:07’00
25 km 1:19’16 (15’47)
30 km 1:35’00 (15’44)
35 km 1:50’46 (15’46)
40 km 2:06’11 (15’25)
1/1 mar 2:12’42 (14’51 als omgerekend tempo over 5 km){efixed}Toch de regelmaat van een klokje in een marathon die toch continue ontwikkeling te zien gaf. Het is natuurlijk de koelheid van deze Ethiopiër die hem zo ver brengt op de internationale kampioenschappen. Waar Ronnie Holassie (TRI) in de beginfase alleen op avontuur ging, bleef Abera rustig en onopvallend in de grote groep.
Ja, menigeen zal Holassie wel een dolle hond gevonden hebben, maar zo gek was het allemaal nog niet. Het was voor een marathon beslist wel warm met temperaturen rond de 22 tot 25 graden. Neem daar nog eens bij dat het vrijwel windstil was. De luchtvochtigheid bleek dan niet al te hoog dus dat viel op zich nog wel mee. Maar bekend is dat in zo een grote groep de lucht als het ware tussen de lopers wordt meegevoerd. De temperatuur van die lucht is dan vaak nog een paar graadjes hoger dan daar waar men doorgaans die temperatuur meet. Ook is tussen al die bezwete lichamen de luchtvochtigheid aanzienlijk hoger dan een stukje buiten de groep. Op zich heeft het dus zo zijn voordelen om niet in de grote groep te zitten. Bovendien zit je niet in het gedrang om op tijd langs de tafel te komen bij de verzorgpost. Maar of het echt verstandig was om in zo een wedstrijd rond het tempo van je persoonlijk record te lopen (Holassie heeft 2:13’03 als PR staan) valt toch wel te betwijfelen. Misschien was het verstandiger om juist iets achter de grote groep alleen te lopen. Wat echter de precieze reden was waarom hij zo plotseling uit het veld verdween in de 21ste kilometer weten wij niet. Misschien waren zijn keuzen toch niet zo slecht, maar had hij domme pech om met drang in de bips te lopen halverwege en kon hij daarna niet meer op gang komen.
Toch blijft het opvallend hoe lang de groep zo groot blijft in zo een kampioenschap. Halfweg zijn het nog twee dozijn. Bij een stadsmarathon mag je daar dan de hazen uit weg strepen, maar dat gat hier niet op. Kijk je naar de einduitslag dan zie je twaalf minuten verschil tussen de nummer één en de nummer vijfentwintig. Daaruit blijkt maar weer hoe hard de klappen vallen tijdens zo een marathon. Uiteindelijk zijn het toch de mannen met PR’s van rond de 2:07’, 2:08’ die hoog in de einduitslag staan. De man met het langzaamste PR in de top twaalf van de einduitslag is de Japanner Takayuka Nishida met een PR van 2:08’45. Mijn mening is echter nog altijd dat een slimme loper, die vroeg de grote groep laat gaan het nog wel eens ver zou kunnen schoppen.
Zou je puur af gaan op PR’s, dan mag je uit dit soort cijfers concluderen dat je atleten moet afvaardigen als ze in een mooie stadsmarathon 2:09’ hebben gelopen of sneller. Dat kunnen we in Nederland dus wel vergeten. Maar een loper als Krotwaar zie ik in een dergelijke wedstrijd en onder die omstandigheden best nog 2:20’ of iets sneller lopen. Dat betekend dat hij zo rond een zestiende plaats zou kunnen eindigen. Hoe je echter moet gaan selecteren op loopintelligentie blijft natuurlijk een groot probleem. In de grote landen speelt dat probleem niet, want dar moet je zowel hard kunnen lopen als intelligent wil je er bij horen. Krotwaar zal nooit op een podium komen van een dergelijk kampioenschap. Abera heeft dezelfde sluwheid als Krotwaar maar heeft bovendien een PR van 2:07’54 in de benen. Daar ligt het grote verschil.
Naast het genot van de sluwheid van Abera, kwam je ook op andere vlakken aan je trekken bij het kijken naar het WK marathon voor mannen. Abdelkader El Mouaziz (MAR) mag gerust de prijs krijgen van de meest strijdlustige loper van de dag. Want zijn aanval tussen 25 en 30 kilometer was een stuk dreigender dan het avontuurtje van Holassie in de beginfase. Daar lag de basis waardoor de grote groep ontplofte. De grote groep van twee dozijn werd een groep van een half dozijn. Dus maar één op de vier overleefde de gevolgen van de tempoversnelling van de Marokkaan. Daarna bleef het onrustig, maar bleven de resterende zes ook nog lang dicht bij elkaar. Af en toe iemand aan het elastiek, die achteraf bleek misschien juist de goede beslissing genomen te hebben en niet elke tempowisseling te beantwoorden. De Italiaan Stefano Baldini heeft op die wijze het hoogst mogelijke weten te halen wat voor hem in deze wedstrijd er in zat.
En dan die slotfase. Biwott en Abera samen het stadion in. Zo een finale gun je een publiek dat al uren zit te wachten op de marathonners. Nu waren de mensen in het stadion vermaakt door de openingsceremonie en werden nog eens getrakteerd op een fantastische finale van de marathon. Alles klopte dus aan deze marathon. Maar laten we toch hopen dat in de toekomst de sportfanaat op de tribune ook naar een scherm kan kijken om de ontwikkeling van de marathon te volgen. Dan kan dat goed in combinatie met de openingsceremonie. Nu paste alle stukjes perfect in elkaar, maar mogen we niet uit het oog verliezen dat dar toch wel wat geluk bij zat.
Toch wil ik hier mijn bewondering uitspreken naar alle deelnemers op de marathon. Nee, niet dat cliché dat elke finisher een winnaar is; op dit niveau is dat andersom. Nee, de stoepjes op de hoeken van de wegen waren niet tot op de kant afgezet; desondanks zag ik geen atleten dat onbenullige metertje smokkelen waarmee de wegatletiek zo vaak in twijfel is getrokken. De fratsen van het metertjes smokkelen zoals we dat bijvoorbeeld in de tachtiger jaren in Split zagen zijn er gelukkig niet meer. De marathonner van vandaag de dag is duidelijk op professionele manier bezig met een vak, en weet het ook op zo een manier te verkopen. En kijk maar eens naar de uitslag, met een paar metertjes smokkelen win je in de einduitslag niets. Je legt wel een zware wissel op de geloofwaardigheid van de wegatletiek. Gelukkig blijkt de marathon van vandaag de dag eerder een voorbeeld te zijn voor menig ander onderdeel van de atletiek.
Het geweldige verloop van deze marathon heeft zo zijn uitstraling. dat proef je. Niet alleen mijn uitingen hier op UltraNED, maar ook het commentaar op de Nederlandse televisie was van ongekend niveau en enthousiasme. We hebben een stukje prachtige sport mogen beleven. Dat er dan geen Nederlanders bij betrokken waren doet niets af aan het genot dat we beleefd hebben aan deze wedstrijd.
Anton Smeets
a.smeets@trouwweb.nl
Uitslagen en tussenstanden vn deze marathon vindt u op http://www.iaaf.org/WCH01/Results/data/M/MAR/Rf.html