Het is vrijdagochtend, 04.10 in de bergen van het eiland Réunion als ik het me realiseer. In mijn 16e Ultra wedstrijd komt mijn eerste “DNF”. Na 40 kilometer in de Diagonale des Fous weigert mijn rechterachillespees om me nog verder de bergen op te loodsen. Ik ben vervallen tot strompelen. Wat is dat balen. Nog een paar woorden schieten door m’n hoofd, die zal ik maar in mijn gedachten laten.
Het jaar 2017 was het jaar geworden van mijn terugkeer na het blessurejaar 2016. Met een prima uitslag in de Trans Grancanaria, maar vooral in de UTMB was het jaar al geslaagd. De Diagonale des Fous zou de kers op de taart worden.
Na de UTMB was de moraal uitstekend en de benen eigenlijk ook. Het herstel ging supersnel, na 2 weken kon ik weer lekker trainen. In de 4e week kreeg ik wat last van m’n hamstring en begon ik aan een vroege tapering. In week 7 na de UTMB stond ik op Réunion, klaar voor de start. De hamstring genezen en zin in een bijzondere seizoensafsluiting.
Ik had een schema van tussentijden bij me wat me naar een tijd van 38 uur zou moeten leiden. De topvorm van de UTMB (32 uur) had ik niet, dus ik gaf mezelf wat extra tijd. Genieten en finishen was het voornaamste doel. Met een positieve vibe de winter in. De muziek voor de start droeg daar aan bij, tropische klanken en nog lekker even liggen op het gras in het startvak. Eén uur voor de start komt iedereen in beweging om via de uitgang van het grasveld het echte startvak in te gaan. Dat duurt dan nog 45 minuten voordat dit daadwerkelijk gebeurt. Via heel veel duw en trekwerk, met een valpartij links en rechts van me, draait het hele pak de doorgaande weg op richting de startstreep.
De start is op deze manier een echte verlossing, eindelijk wat ruimte om te bewegen! De benen zijn snel los, geen last van de hamstring. Volop aanmoedigingen en vuurwerk leiden ons Saint-Pierre uit. De eerste klim begint na 7 kilometer en ik kan aardig wat plaatsen pakken. Goed ritme, totdat een paar kilometer verder er wat steken in mijn rechterachillespees komen. Geen ultrarun zonder pijntje, dus rustig verder, denk ik. Na 25 kilometer heb ik al door dat dit geen “gewoon”pijntje is wat vanzelf over gaat. Nog maar even rustig doorlopen, kleine pasjes verlichten de pijn, afzetten doet zeer.
Op de verzorging na 39 km even zitten, wat extra rust pakken. Eten en op het kaartje kijken hoe het volgende segment er ook al weer uitziet. Opstaan, weer ritme pakken en rechtsaf naar boven. En daar houdt het op. De achillespees weigert te bewegen. Elke stap is een pijnscheut. Hoe nu verder, met nog 125 km te gaan? Nou niet dus Arjan. Hier stopt jouw seizoen…..
Terug naar de verzorgingspost, nummer afdoen en op zoek naar iemand die me naar beneden wil brengen. Ik realiseer me dat ik geen idee heb wat ik moet doen. 15 starts en evenveel finishes. Maar wat moet je doen als je uitvalt? Ik bel mijn vrouw en ze begrijpt waar ik ben. De bus van de organisatie rijdt niet naar beneden, maar tot halverwege de berg. De buschauffeur zet me af op een parkeerplaats en gebaart me van welke kant mijn vrouw zal komen. Niet zo moeilijk, er is maar 1 weg naar boven.
Het daglicht en de opkomende zon verwarmen mijn lichaam als ik haar aan zie komen rijden. Ik plof in de auto en weet dat het jaar erop zit. Gedachten als: “Dit had ik niet verdiend”!”, “Ik had er toch alles aan gedaan om fit aan de start te verschijnen?” en “Had ik dit kunnen voorkomen?” horen bij de onvoorspelbaarheid van je lichaam. De ene keer is het positief, de ander keer negatief.
Mijn vrouw doorbreekt mijn hersenspinsels: “Vanavond pizza!”. Ik moet lachen. Ja, het seizoen is klaar. Ik had verwacht om nog een uurtje of 30 te rennen, nu ben ik plotseling toerist. Het had op een slechtere plaats kunnen gebeuren.
Terug in Nederland bevestigt de fysiotherapeut de juistheid van mijn keuze op Réunion. Vocht in de achillespees. Een week of 3 niet hardlopen, balen. Maar geen zware beschadigingen, dus op naar 2018!
Arjan van Binsbergen